Een jaar van twee lentes

2 december 2016 - City of Fremantle, Australië

Het leven in Fremantle gaat zijn gangetje. Ik kan wel zeggen dat ik progressie heb gemaakt; inmiddels ben ik naar Rottnest Island geweest  (en nu niet als halfnaakte 'serveerster'), ik heb eindelijk het centrum van Perth bezocht, en ook heb ik een fulltime baantje op zak. Bijkomend van een drukke werkdag zit ik op de veranda van het hostel uit te kijken op de alledaagse ratjetoe van High Street bij avondlicht. Verderop hangen de plaatselijke vrijwilligers de kerstversiering op  (een vreemd gezicht bij deze temperaturen), door de straat galmen de muziektonen van een net niet geslaagde  Beachboys coverband, de inhoud van mijn rugzak hangt te drogen aan de waslijn en menig medehostellaar begint zich al te bezatten in de zindering van een langverwachte vrijdagavond.


Na twee weken bivakkeren in de chaos genaamd Sun Dancer begint dit oord werkelijk als een thuis te voelen. Gezien bijna iedereen hier ongezond lang blijft hangen, kent iedereen elkaar en voelt het als een grote gestoorde familie. Mijn handjevol beste vrienden bestaat uit Renate, een Friese aupair met ledematen die eeuwig bont en blauw zijn omdat ze `s nachts tegen allerhande obstakels opfietst omdat ze het vertikt 4 dollar uit te geven aan een fietslampje, Anthon, een overvitale Duits-Australische medicijnenstudent  die zonder enig duikinstrument tot 40 meter diepte zwemt en elke dag wel hier of daar (soms nog dronken) skydived, David, een Schotse tuinman met een vet accent dat ik tot ieders hilariteit haast perfect immiteer, en Christopher, een Engelse sociologiestudent die hier als bebaarde tuinman zonder schoenen fungeert, en met wie ik nu en dan na een losgeslagen avond in dezelfde bedstee beland. In ruil voor filosofieles en een introductie in de Nederlandse taal ontvang ik autoritjes naar de places to be. Zijn repertoire der Hollandse letteren bestaat inmiddels uit 'tyfusmeuk', 'proost', 'knuffel!','goedemorgen zonder zorgen', 'slaap lekker zonder wekker' en meer allerhande brabbelonzin. Vanochtend betrapte ik hem op het luisteren van podcasts over de fenomenologie van Heidegger. Volgens hen die hem al langer kennen ben ik een slechte invloed. Mijn allerbeste maatje hier, Alexis, een Duitse ervaren globetrotter met wie ik een hechte  band heb opgebouwd sinds ons gezamelijke Rottnest Serveerster Avontuur, heeft helaas gister de benen genomen naar Bali.


Het voorjaar gedijdt gestaag voorbij, de zomer is zelfs al in aantocht. Elke dag is warmer dan die ervoor, inmiddels reiken de temperaturen al naar de veertig graden, maar er is altijd wel een fris briesje of een oceaan binnen handbereik. De natuur is op zijn groenst van het jaar, uren heb ik in Kings Park te Perth  en op Rottnest naar de prachtige bloemen lopen staren. Niet gek, een jaar van twee lentes. Deze winterloze wereld bevalt het gros van de tijd prima. Nu het hoogseizoen nadert trekken meer reizigers naar het zuiden van het land. Mijn eerst vrijwel lege kamer stroomt nu gestaag vol, vooral met Duitse jongens. Ik heb het meteen bij ze verpest door in een melige bui hiervoor het woord invasie te gebruiken, ook de oorlogsgrappen van mijn vriend David vielen bij hen niet in de smaak. De meeste van hen blijven minstens een maand inhet hostel. Dag 1 en ze hebben het al met ons gehad. Dat worden een lange paar weken.


Mijn baantje bestaat uit serveersterswerk in een strandtent. De enige strandtent in Australie met een vergunning om alcohol op het strand te serveren, dus het is er altijd druk. Uiteraard waren mijn eerste paar dagen een helse verschrikking. Dit was bedieningswerk 2.0; met een dienblad vol cocktails door het losse zand zeulen, in de brandende zon en met windkracht  vijf. Dat ik niet alles de godsganse tijd heb laten omflikkeren mag op zijn minst een klein wonder genoemd worden. Tijdens mijn trial, een oefenuurtje waarna besloten werd of ik capabel genoeg was, gedroeg ik mij als een ongeleid projectiel der idioterie, maar toch zag de manager iets in mij (mogelijk omdat hij hetzelfde geboortedorp deelt als mijn moeder, ja het Limburgse land schept een band). Imiddels weet ik mijn weg te vinden in Bathers Beachhouse, het begint bijna plezierig te worden. En elke avond na werk gratis drank, en drank is hier onbetaalbaar, dus ik denk dat ik nog wel even aan dit bedrijf blijf kleven.


Ik word geroepen door Luigi, onze rasitaliaan, hij heeft in al zijn Italiaansheid spontaan voor tien man gekookt, en hij rekent op mijn eetlust. 'Bella bella, the food is ready!' Zoals ik zei; het is hier een grote familie. Pasta Putanesca met varkenshaas, het ruikt allesbehalve verkeerd.

Ik ga maar gauw aan tafel.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s