Just another day in Freo

11 december 2016 - City of Fremantle, Australië

Waarschuwing vooraf: dit document is vervaardigd met behulp van een Duits toetsenbord. Op Duitse toetsenborden yitten de y en de z andersom, want Duitsland vond het weer eens nodig de algehele rust te verstoren en yijn eigen gang te gaan door lukraak letters te verwisselen, vraag mij niet waarom. In elk geval, mijn welgemeende excuses voor het ongemak waar dit tijdens het leyen mogelijk in resulteert.                                                                                       

Het is een loze zondagavond. Om mij heen maken mijn medebewoners zich op voor een of ander psychedelisch technofestival op het strand, maar ik vegeteer liever op de bank. Ik ben wegens omstandigheden totaal futloos, bovendien hou ik niet van techno, en bovendien regent het (ja, regen, echt waar, nat en koud, het is hier net als thuis!).

Gister is het godsgeklaagd laat geworden, en toen ik na veel te weinig slaap wakker werd, moest ik meteen door naar werk voor een elf uur lange shift. Dit ging taai worden, maar goed, ik had tenminste geen kater, ik was niet eens moe, ik was er al met al wel aan toe.  Ik begon mij net content te voelen over mijn vitaliteit dezer morgen, toen ik mijn werkdag begon met het sorteren van de schone glazen.

Het bleek een onmogelijke opdracht; ik had geen idee hoe deze hoop servies te ordenen, ik miste elke vorm van focus, en mijn lijf ging niet over tot automatische actie. Te midden van de lunchdrukte stond ik wazig (om niet te spreken van glazig) en radeloos naar de kratten vol vaat voor mij te staren. Ik moest iets gaan doen, voor ik echt begon op te vallen, nu al werd ik raar aangekeken. Lukraak begon ik glazen van krat naar krat te verplaatsen, zonder ook maar enige toepassing van logica. Bierglazen bij de milkshakecups, cocktailglazen samen met de sapbekers; ik tartte elke wet der ordening. De enige progressie bestond uit het feit dat de hoeveelheid glazen afnam, want velen van hen kletterden in mijn armyalige poging tot structuralisering  op de tegelvloer. Langzaam begon het mij te dagen waarom ik geen kater had; de kater moest nog komen.

Terwijl ik in deze Tartarosklus de veeltallige scherven aan het opvegen was, kwam een fronsende manager Sven naar me toe. Ik dacht; dit was het dan, ik ben ontslagen, tabee beste medebedieners, het was me een genoegen. Ik begon hakkelend mijn excuses aan te bieden, maar hij viel me in de rede. No worries Lizzy, iedereen laat wel eens wat vallen, zo zei Sven. Hij sprak verder, op enthousiaste toon nu. Vandaag zou ik geen doodgewone foodrunner zijn, nee, vandaag zou ik hoger op de ladder van Bathers Beach House klimmen, want het managementteam was van mening dat ik veel in mijn mars had; ik you als echte serveerster mijn eigen sectie hebben, ik you ten tijde van de lunchheisa de eindverantwoordelijkheid hebben over maar liefst vijftien tafels. Sven keek mij triomfantelijk aan.

O mijn hemeltje.

Voor ik een woord van protest uit mijn bakkus wist te krijgen, begon ervaren collega Nicole mij het apparaat waarmee de bestellingen worden opgenomen uit te leggen. Een paar laatste tips die het ene oor in en het andere oor uitgingen, en daar ging ik. Op lege maag en in een nog immer idyllische roes stortte ik mij in de entropie genaamd terras. Ik wist mij geen raad met mijn eigen doen en laten en uiteraard verliep de boel niet vlekkeloos, maar tot mijn eigen verbaying (en die van de gasten en collega’s, want die wisten precies wat er aan de hand was), wist ik de boel te bezeilen. Mijn missers en onhandigheden maakte ik goed met mijn overenthousiaste vrolijkheid, slechte grappen en aardbeiensokken. Mijn aangeschotenheid deed mij beetje bij beetje de spits overleven, maar lang ging dat niet meer duren; het was pas twee uur, ik viel bijna flauw van de honger, mijn hele lijf begon uit te drogen, gebonk in mijn achterhoofd, misselijkheid maakte zich van mij meester. Mijn grote Italiaanse barvriend Tony reikte mij een glas Cabarnet Sauvignon aan, zodat ik mijn dip nog wat kon uitstellen, maar ik twijfelde zeer of dat de juiste aanpak zou zijn. 

Radeloos en als een kip zonder kop liep ik het terras rond te panikeren, toen de juiste oplossing plots letterlijk uit de lucht kwam vallen; diepgrijze wolken waren vanaf zee komen aanwaaien, en nu ze de kustlijn bereikten, resulteerden ze in een forse regenbui. Het begon plots te gieten boven Fremantle, zo ook boven Bathers Beach House, en zo dus ook, godzijdank, boven mijn terrassectie. Alle gasten haastte zich naar een tafel binnen of naar de kassa, tot ik alleen overbleef met een hoop lege en doorweekte tafels. Hallelujah.

Sven kwam beteuterd naar buiten gelopen. ‘Liza, you can go home, I am very sorrybut you’re done for tozay. You did well.’ 

In plaats van tot tien werkte ik maar tot drie. Uit allemacht probeerde ik mijn opluchting voor mezelf te houden. ‘I can live with that’, sputterde ik, en samen met de andere buitenbedieners haastte ik me naar de bar voor gratis voer en drank.  Door de regen dansde ik naar huis, met vijftig dollar fooi in mijn zak, want de badgasten hadden mij uiterst vermakelijk gevonden. Ik liet me op de  hostelbank  vallen en sindsdien heb ik me nauwelijks verplaatst.

Iedereen weet; ellende uitstellen maakt de ellende groter. De beroerdheid is groot nu, dus het feestje vanavond pas ik, het gratis bier bij mijn werk sla ik over, en happy hour in het hostel laat ik aan mij voorbij schieten.

En dat is helemaal niet erg; want iedereen laat weleens wat vallen.